6 % vrijgekomen corporatiewoningen in 2021 naar statushouders

15-01-2024 BALK – In 2021 werd 6% van alle vrijgekomen corporatiewoningen toegewezen aan huishoudens met statushouders. Deze huishoudens lieten minder vaak een vrije woning achter dan huishoudens zonder statushouders. Van alle huishoudens die verhuisden naar een corporatiewoning en geen vrije woning achterlieten, was 10% een huishouden met statushouders. Dit meldt het CBS op basis van een nieuwe analyse.

In 2021 kwamen 169 duizend corporatiewoningen vrij waar een ander huishouden in ging wonen. Het gaat hier om corporatiewoningen die niet werden gedeeld door meerdere huishoudens.

Van de vrijgekomen corporatiewoningen werd 3% (bijna 5 duizend woningen) toegewezen aan statushouders die ofwel in 2021 een verblijfsvergunning kregen, ofwel met een eerder verkregen verblijfsvergunning aan het begin van dat jaar in een opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) woonden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eerste huisvesting van statushouders. Daarnaast werd 3% van de corporatiewoningen toegewezen aan statushouders die al langer dan een jaar een verblijfsvergunning hadden en niet meer in een COA-opvanglocatie woonden.

Statushouders verhuisden vaker met kinderen
Bij huishoudens met statushouders die naar een corporatiewoning verhuisden, ging het vaker om gezinnen met kinderen dan bij huishoudens zonder statushouders (respectievelijk 32 en 7%). Huishoudens zonder statushouder die verhuisden naar een corporatiewoning, waren juist vaker eenpersoonshuishoudens, eenoudergezinnen of stellen zonder kinderen.

Van de gezinnen met kinderen die naar een corporatiewoning verhuisden, was 21% een gezin met een statushouder. Hierbij kwam meer dan twee derde uit een COA-locatie of had minder dan een jaar geleden een verblijfsstatus gekregen. Van de eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen die naar een corporatiewoning verhuisden, was minder dan 5% (ruim 5 duizend eenpersoonshuishoudens en ruim duizend eenoudergezinnen) een huishouden met een statushouder. Bij stellen zonder kinderen die naar corporatiewoningen verhuisden, was dit 3% (700).

Statushouders laten minder vaak vrije woning achter
Bijna een kwart van de huishoudens met statushouders liet bij hun verhuizing naar een corporatiewoning een vrije huur- of koopwoning achter. Huishoudens zonder statushouders deden dat met 55% ruim twee keer zo vaak.

Iets meer dan de helft van de huishoudens met statushouders was starter op de woningmarkt (bijna 6 duizend huishoudens), 21% verhuisde vanuit een andere woning zonder dat deze beschikbaar kwam (ruim 2 duizend huishoudens). Dat was vaak omdat er nog andere bewoners achterbleven.

Van de gezinnen van statushouders met kinderen liet 31% een vrije woning achter, terwijl dat bij gezinnen zonder statushouders 83% was. Bij eenpersoonshuishoudens lieten niet-statushouders ongeveer drie keer zo vaak een vrije woning achter als statushouders.

Van alle 80 duizend huishoudens die verhuisden naar een corporatiewoning en geen vrije woning achterlieten, was bijna 10% een huishouden met statushouders.