03-03-2024 BALK – In 2024 wil de minister Adema voor LNV voor de ecoregeling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid vasthouden aan tarieven van 200 euro per hectare voor goud, 100 euro voor zilver en 60 euro voor brons. Bij een vergelijkbare inschrijving als vorig jaar is daar voldoende budget voor. Als de inschrijving in 2024 hoger ligt, kan Adema een korting van de eco-tarieven niet uitsluiten. Een hoger aantal hectares en een eventuele overheveling naar de ecoregeling zorgen ook voor lagere tarieven in de basispremie dan eerder was voorzien. In 2024 garandeert Adema een tarief van ten minste 171 euro per hectare. Dat meldt hij in een brief aan de Tweede Kamer.
De Europese Commissie verleent voor 2024 binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid een derogatie voor de invulling van de verplichting tot het aanhouden van niet-productief areaal op 4% van het bouwland. Ondanks complicaties in de uitvoering heeft minister Adema gekozen om van deze mogelijkheid gebruik te maken. In de Gecombineerde Opgave kan een boer deze mogelijkheid nog niet rechtstreeks aanvragen. Hier wordt in overleg met RVO.nl een werkwijze voor gezocht.
Het budget voor de basisinkomenssteun in het Nationaal Strategisch Plan is niet aangepast. Dat gaat in de periode 2023-2027 stapsgewijs omlaag. Een hoger aantal hectares en een eventuele overheveling naar de ecoregeling zorgen voor lagere tarieven dan eerder was ingeschat voor het jaar 2024. Voor dit jaar garandeert Adema een tarief van ten minste 171 euro per hectare. Dat kan hoger uitvallen, afhankelijk van de uiteindelijke inschrijving voor de basispremie en de ecoregeling.
Adema zal de Tweede Kamer nog nader informeren over de consequenties van het aangenomen amendement van de SGP bij de begroting van het ministerie van LNV. Er werd gevraagd om net als in 2023 voor 2024 een eventuele korting te voorkomen door middelen vrij te maken uit het Transitiefonds. Dat vergt overleg met de Europese Commissie. De minister meldt verder dat hij wil onderzoeken of de punten-instapeis bij de ecoregeling per 2025 nog meer gedifferentieerd kan worden, zodat de hoogste vergoeding ook terechtkomt bij de boer die de meeste duurzame impact realiseert.