27-06-2024 BALK – Werklozen zijn relatief jong. In het eerste kwartaal van 2024 waren ruim 4 op de 10 werklozen jonger dan 25 jaar. Verreweg de meeste van deze werkloze 25-minners (8 op de 10) volgen nog onderwijs. Zij zoeken vaak een bijbaan. Dat blijkt ook uit de beroepen die mensen hadden voordat ze werkloos werden. Het zijn vaak beroepen waarin veel jongeren werkzaam zijn, bijvoorbeeld vakkenvuller of verkoopmedewerker.
Dit blijkt uit de publicatie Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt 2024, die vandaag verschijnt. Hierin staat onderbenutting van mensen centraal.
Werkloosheid hoogst bij transport- en logistieke beroepen
Als de beroepen die mensen hadden voordat ze werkloos werden, worden afgezet tegen de beroepen van de totale beroepsbevolking, is af te leiden in welke beroepsklasse de werkloosheid het hoogst is en waar die is toe- of afgenomen. Volgens die berekening was de werkloosheid in het eerste kwartaal van 2024 het hoogst bij de transport- en logistieke beroepen (6,3 procent) en bij de categorie overige beroepen (8,1 procent). Het werkloosheidspercentage was het laagst in de beroepsklasse openbaar bestuur, veiligheid en justitie (1,7 procent), gevolgd door de beroepsklasse zorg en welzijn (2,0 procent).
De werkloosheid in alle beroepsklassen samen nam in de afgelopen twee jaar licht toe, van 3,6 naar 3,8 procent van de beroepsbevolking. Bij vijf van de dertien beroepsklassen was de absolute toename sterker dan gemiddeld: transport- en logistieke beroepen, commerciële beroepen, agrarische beroepen, pedagogische beroepen en technische beroepen.
Ook relatief veel jongeren in rest onbenut arbeidspotentieel
Werklozen maken deel uit van het zogeheten onbenut arbeidspotentieel. Dat bestaat verder uit semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers. Ook voor deze groepen is gekeken naar kenmerken als leeftijd, het volgen van onderwijs en het laatst uitgeoefende beroep. Daaruit blijkt dat jongeren niet alleen onder werklozen zijn oververtegenwoordigd, maar ook bij de rest van het onbenut arbeidspotentieel. Van de onderbenutte deeltijders – mensen die in deeltijd werken maar beschikbaar zijn om meer uren te gaan werken – was bijna de helft jonger dan 25 jaar. Onder de semiwerklozen was dat bijna een derde.