26-02-2025 BALK – De Wet vaste huurcontracten, die in juli vorig jaar werd ingevoerd, brengt zorgen met zich mee voor werkgevers met seizoensarbeiders. Het verplichte vaste huurcontract achten veel werkgevers in de land- en tuinbouw onwerkbaar. NFO en LTO willen dat tijdelijke huurcontracten onder voorwaarden mogelijk worden voor seizoensmedewerkers. Hier wordt volop voor gelobbyd.
Sinds 1 juli 2024 moeten verhuurders hun huurders een vast huurcontract geven. Dat staat in de Wet vaste huurcontracten. Deze regel geldt ook voor werkgevers met eigen huisvesting. Het vaste huurcontact moet de verhuurder beschermen, zodat hij of zij niet zomaar op straat komt te staan. Er zijn enkele uitzonderingsdoelgroepen benoemd, waaronder studenten.
Seizoenarbeiders horen tot op heden nog niet tot de uitzonderingsdoelgroepen. Dit betekent dat een seizoensarbeider die in Nederland woont een vast huurcontact moet hebben, ook na afronding van zijn of haar tijdelijke werkzaamheden. Dit is volgens de NFO geen praktische en werkbare situatie.
NFO en LTO zien graag dat tijdelijke huurcontracten voor seizoensmedewerkers mogelijk worden. Wel onder de voorwaarde van een keurmerk, zodat de huurprijs wordt beschermd en de kwaliteit en veiligheid van de huisvesting geborgd zijn. Om dit voor elkaar te krijgen, heeft LTO praktijkscenario’s uitgewerkt voor een adviesrapport dat wordt opgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Voor een aangepast voorstel zal een internetconsultatie volgen, waarna uiteindelijk de wet kan worden aangepast. De totale procedure zal nog zeker één tot twee jaar in beslag nemen. De NFO en LTO hebben goede hoop dat het advies zal leiden tot een passend doelgroepencontract, waarmee het onder voorwaarden mogelijk is om een tijdelijk huurcontract aan te bieden.