14-01-2023 BALK – Met het oog op de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied onderzoekt het kabinet de mogelijkheid voor het verkrijgen van een eerste recht op koop als een boer grond wil verkopen. Juristen en LTO Nederland wijzen op de gevolgen die dit kan hebben voor de landbouw, bijvoorbeeld doordat landbouwgrond in waarde daalt vanwege de verkoopbeperkingen die er gelden.
Er bestaat al een Wet voorkeursrecht gemeenten waarmee overheden een eerste recht op koop kunnen uitoefenen als boerengrond een niet-agrarische bestemming krijgt zoals een woonwijk of een bedrijventerrein. Het recht op eerste koop voorkomt dat speculanten snel landbouwgrond opkopen, vooruitlopend op de waardestijging bij wijziging naar bouwgrond.
Het ministerie van LNV onderzoekt of dat recht kan worden uitgebreid ook wanneer niet vast staat dat de grond de agrarische functie verliest. Dat zou een belangrijke uitbreiding betekenen van de mogelijkheden voor de overheid om in te grijpen op de eigendomssituatie en de verhandelbaarheid van grond in het landelijk gebied. De inzet is dat het voorkeursrecht op 1 april 2024 in de nieuwe Omgevingswet wordt opgenomen.
LTO Nederland vindt het voorstel van het kabinet zeer vergaand en onwenselijk. Voor de landbouworganisatie is het zeer de vraag in welke mate de overheid het instrument zal inzetten. Daarnaast vreest de organisatie voor de waardedaling van agrarische grond als de overheid prijsbepalend wordt en niemand anders kan meebieden.
Juristen verbazen zich erover dat uitbreiding van het voorkeursrecht door het kabinet wordt overwogen. Ook als de grond en de opstallen worden geclaimd en uiteindelijk gekocht, betekent dat niet automatisch dat ook de stikstofemissierechten naar de overheid gaan. Dat zou een aanpassing van de wet vergen. Bovendien blijft het voorkeursrecht passief. De overheid blijft afhankelijk van het moment dat een boer grond wil verkopen. Het is daarom de vraag in hoeverre de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied ermee wordt versneld.