13-02-2023 BALK – Er is met de huidige stikstofregels geen enkel scenario denkbaar waarin de verlening van vergunningen, om bijvoorbeeld weer te mogen bouwen of veehouderijbedrijven uit te breiden, weer op gang kan komen. Zelfs als de plannen van het huidige kabinet worden uitgevoerd en alle doelen om de uitstoot snel terug te dringen worden gehaald, blijft de depositie van stikstof in 96% van het Nederlandse grondgebied een probleem. Dat blijkt uit berekeningen die ambtenaren van de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Financiën samen hebben gemaakt.
De ambtelijke berekeningen zijn te vinden in een bijlage die minister Kaag van Financiën vrijdag 10 februari naar de Tweede kamer heeft gezonden. Om een vergunning af te geven voor extra uitstoot van ammoniak of stikstofoxiden, mag zich binnen 25 kilometer afstand geen natuurgebied bevinden dat gevoelig is voor de neerslag van stikstofverbindingen. Dat wordt bepaald door de ‘kritische depositiewaarde’. Bijna overal in Nederland blijft er binnen een straal van 25 kilometer wel een strookje natuur waar de kritische depositiewaarde wordt overschreden.
Zelfs in een scenario waarbij de volledige veehouderij uit Nederland verdwijnt, of totaal geen ammoniak meer uitstoot, blijft in meer dan 90% van Nederland de depositie op natuurgebieden een probleem. Dat komt met name door de stikstofverbindingen die vanuit het buitenland naar Nederland komen. De enige methode om ontwikkelingsruimte te creëren is om emissieruimte van stoppende bedrijven op te kopen, om die ruimte elders in te zetten. Dit blijft voorlopig de enige manier waarop vergunningen geregeld kunnen worden.
Deze aanpak van opkopen van emissierechten heeft zijn beperkingen. Het kabinet wil een strengere richtlijn voor overheidsprojecten hanteren. Wanneer een project het herstel van de natuur in gevaar brengt, mag het in principe niet worden uitgevoerd. Het betekent dat er voor die projecten vermoedelijk alleen in West- en Noord-Nederland enige ruimte vrij zal komen.
Meer informatie is te vinden in de Achtergrondnotitie ‘Ruimte voor vergunningverlening’ van het ministerie van Financiën.