Aandeel melkveebedrijven dat weidegang toepaste in 2024 gedaald naar 80,1%

23-12-2024 BALK – Afgelopen weideseizoen is het aandeel melkveebedrijven met buiten grazende koeien gedaald naar 80,1%. Uit een rondvraag door zuivelondernemingen onder melkveehouders blijkt dat het natte voorjaar een belangrijke rol heeft gespeeld in deze afname. Boeren gaven aan dat de koeien hierdoor niet tijdig de wei in konden. Daarnaast werd de uitbraak van blauwtong genoemd als reden om niet te weiden of koeien eerder in het seizoen op stal te houden.

Het aandeel melkveebedrijven dat enige vorm van weidegang toepaste in 2024 is gedaald onder het door de sector vastgestelde streefpercentage van 81,2%. Het aandeel bedrijven met volledige weidegang nam af van 77,0% naar 73,9%. Het aandeel bedrijven met deelweidegang steeg in 2024 van 5,8 % naar 6,2%. Melkveehouders kunnen op hun bedrijf 2 vormen van weidegang toepassen:

  • Volledige weidegang waarbij de koeien ten minste 120 dagen 6 uur lang per dag in de wei lopen.
  • Deelweidegang waarbij minimaal een kwart van de veestapel buiten in de wei komt.

In 2012 sloegen meer dan 80 organisaties, waaronder overheden, supermarktketens, banken, veevoerleveranciers en diverse maatschappelijke organisaties, de handen ineen om het Convenant Weidegang te ondertekenen. Dit convenant heeft als doel weidegang structureel te bevorderen.

Het niveau van weidegang wordt uitgedrukt in het percentage melkveebedrijven dat een vorm van weidegang toepas. ZuivelNL stelt dit percentage jaarlijks vast aan de hand van geborgde gegevens van zuivelondernemingen. Melkveebedrijven die in het betreffende jaar voor 1 december zijn gestopt, worden niet meegenomen in het bepalen van het weidegangcijfer van de onderneming.