28-04-2023 BALK – De 40 agrarische collectieven, samen verenigd in BoerenNatuur, hebben op donderdag 20 april tijdens de algemene ledenvergadering unaniem besloten om publiekelijk hun zorgen te uiten over de ecologische, financiële en organisatorische gevolgen van de gebrekkige implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en daarmee het agrarische natuur- en landschapsbeheer.
Weliswaar is het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid afgelopen januari op papier van start gegaan, maar de uitvoering loopt vast. Het besluit van minister Adema van LNV om boeren een maand langer de tijd te geven om de Gecombineerde Opgave in te vullen, is illustratief daarvoor.
Bij de uitvoering van het agrarische natuur- en landschapsbeheer is momenteel met name de wisselwerking tussen het verplicht niet-productief areaal, de eco-regeling en het agrarische natuur- en landschapsbeheer een groot knelpunt. Het knelpunt wordt verergerd doordat de systemen die de overheid boeren en collectieven ter beschikking stelt te laat, onjuist en onvolledig zijn, zoals niet kloppende kaarten en berekeningen in de gecombineerde opgave, in combinatie met het niet goed functioneren van de online simulatietool. Boeren hebben geen zicht op hoe ze verschillende regelingen kunnen combineren en hoe dat op hun bedrijf uitpakt.
De grootste zorg van de collectieven is dat zij niet in staat zullen zijn om in alle leefgebieden de doelen en prestaties voor het agrarische natuur- en landschapsbeheer, zoals vastgelegd in het Nationaal Strategisch Plan, waar te maken. Vooral vanuit de agrarische collectieven die zich richten op akkernatuur komen signalen binnen dat deelnemers afhaken. Daardoor zullen op gebiedsniveau gaten vallen in het beheer, wat ten koste gaat van de beoogde ecologische resultaten.
Een ander gevolg van de gebrekkige implementatie is dat de collectieven onvoldoende inzicht hebben in de financiële risico’s die zij lopen. Weliswaar zijn er in het stelsel buffers ingebouwd om op beperkte schaal administratieve fouten of mislukt beheer op te vangen, maar die buffers zullen naar verwachting niet groot genoeg zijn. Collectieven zullen die kortingen dan moeten doorberekenen aan deelnemers, wat tot extra administratieve lasten en afbrokkeling van het draagvlak voor agrarische natuur- en landschapsbeheer zal leiden.
Collectieven worden pas betaald voor het beheer en hun organisatiekosten ten behoeve van het agrarische natuur- en landschapsbeheer na afloop van het desbetreffende beheerjaar. Het ministerie van LNV en de provincies hadden beloofd dat ze vanaf 2023 zouden gaan werken met voorschotten voor de organisatiekosten, maar dat is niet gerealiseerd. Nu komen collectieven in liquiditeitsproblemen.
Daar komt bij dat de kosten die collectieven nu maken gebaseerd zijn op verwachtingen ten aanzien van de omvang van de gebiedsaanvraag. Echter, wat ze werkelijk uitbetaald krijgen in 2024 kan fors lager zijn omdat ze hun definitieve gebiedsaanvraag hebben moeten verkleinen, of vanwege kortingen. De verwachting is dat sommige collectieven de financiële tekorten niet op kunnen vangen. Ze hebben nauwelijks financiële buffers.