21-02-2024 BALK – Begin 2024 bezaten bijna 11,7 miljoen mensen een Nederlands autorijbewijs. Dat is 9 procent meer dan tien jaar eerder. Er waren vooral meer 65-plussers met een rijbewijs. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
In de afgelopen tien jaar ging de groei van het aantal autorijbewijsbezitters gelijk op met de groei van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder. Hierdoor is het aantal rijbewijshouders naar verhouding niet toegenomen: op 1 januari 2024 hadden 8 op de 10 volwassenen een rijbewijs. Dat is evenveel als tien jaar geleden.
Meer ouderen met rijbewijs
Bijna een kwart van de autorijbewijsbezitters (2,8 miljoen mensen) is 65 jaar of ouder. Dat zijn er bijna 45 procent meer dan tien jaar geleden. Deze toename komt voor een deel doordat er steeds meer 65-plussers zijn, maar ook omdat de huidige groep 65-plussers vaker een rijbewijs heeft dan die van tien jaar geleden. Vooral bij vrouwen in deze leeftijdsgroep groeide het aantal autorijbewijshouders, namelijk met 53 procent. Bij mannen was dit 38 procent. Het aantal vrouwen van 75 jaar of ouder met een rijbewijs is zelfs verdubbeld in de afgelopen tien jaar.
Begin 2024 hadden bijna 1,9 miljoen mensen onder de 30 jaar een Nederlands autorijbewijs. Dat is 6 procent meer dan tien jaar geleden. Omdat het aantal rijbewijzen minder toenam dan de bevolkingsgroei in deze leeftijdsgroep, daalde het bezit van autorijbewijzen binnen deze leeftijdsgroep toch licht.
Oudere met rijbewijs heeft het vaakst ook een auto
Nederland telde begin 2024 ruim 6,9 miljoen autobezitters. Sommige autobezitters hebben meer dan één auto. In totaal bezaten particulieren ruim 7,9 miljoen personenauto’s.
Niet iedereen met een rijbewijs heeft ook een auto; vooral jongeren hebben vaker een rijbewijs dan een eigen auto. Begin 2024 hadden 1,9 miljoen mensen onder de 30 jaar een rijbewijs, terwijl er 730 duizend met een auto waren. Bij 75-plussers ligt het aantal rijbewijshouders (1,1 miljoen) en het aantal autobezitters (796 duizend) het dichtst bij elkaar.
Rijbewijsbezit het hoogst op het platteland
Hoe stedelijker een gemeente is, hoe lager het rijbewijsbezit meestal is. Begin 2024 was het rijbewijsbezit in zeer sterk stedelijke gemeenten 68 procent. In niet-stedelijke gemeenten was dat gemiddeld 85 procent.
Het rijbewijsbezit was begin 2024 het hoogst in de gemeente Rozendaal, daar had 92 procent van de inwoners van 17 jaar of ouder een Nederlands rijbewijs. Daarna volgen Staphorst en Tubbergen (beide 91 procent). Het rijbewijsbezit was met 61 procent het laagst in Amsterdam. In gemeenten waar veel studenten wonen, is het rijbewijsbezit meestal lager. Ook in sommige grensgemeenten hebben relatief weinig mensen een Nederlands rijbewijs. Mogelijk hebben zij wel een buitenlands rijbewijs.
Ook meer motor- en bromfietsrijbewijzen
Het aantal mensen met een motor- of bromfietsrijbewijs is toegenomen in de afgelopen tien jaar. Er zijn juist minder vrachtwagen- en busrijbewijshouders dan in 2014, met respectievelijk -21 procent en -44 procent. Het aantal vrachtwagenrijbewijshouders nam, na jarenlange daling, het afgelopen jaar weer iets toe.
Het bromfietsrijbewijs komt het vaakst voor, aan het begin van 2024 waren er bijna 11,9 miljoen houders. Mensen die hun autorijbewijs halen, krijgen automatisch ook een bromfietsrijbewijs. Ruim 1,5 miljoen mensen hebben een motorrijbewijs. Er zijn minder mensen met een vrachtautorijbewijs (ruim 500 duizend) en nog minder met een busrijbewijs (ruim 200 duizend).