02-02-2023 RIJS – De Blauspjocht (in het Nederlands boomklever genoemd) is een opvallende en luidruchtige vogel. Ze zijn echte bosvogels en gek op bossen met loofbomen met veel stamoppervlakte en open plekken. Ze klauteren behendig alle richtingen uit op boomstammen, zowel omhoog als omlaag en zelfs ondersteboven. Vandaar ook de naam ‘boomklever’.
Hoe ziet de boomklever eruit?
De blauspjocht is op zijn rug, vleugels, staart en kop blauw/blauwgrijs van kleur. De borst en buik zijn oranje/roestbruin gekleurd. De kleuren van het mannetje zijn rond de broedperiode in april extra opvallend. Verder kun je de boomklever herkennen aan zijn of haar:
– Spitse, dunne snavel en korte, recht afgesneden staart
– Een opvallende zwarte streep bij de ogen en een witte kin/keel
– Korte poten met relatief lange tenen en lange nagels
– Ze zijn 12 tot 14,5 cm groot
Hoe plant de boomklever zicht voort?
De blauspjocht broedt in boomholtes. De ingang metselen ze bijna dicht met modder en de nestholte wordt bekleed met droge bladeren en houtschilfers. Boomklevers vind je het hele jaar door in paren. Ze leggen één of twee keer eieren vanaf april, met per legsel vaak 6 tot 9 eieren. Ze broeden vaak meermaals per jaar en verblijven het hele jaar in hun territorium. Jonge boomklevers zwerven eerst rond, maar zodra ze eenmaal gesetteld zijn, blijven ze ook honkvast.
Wat voor geluid maakt de blauspjocht?
De boomklever is vaak een luidruchtige vogel. Het geluid is te herkennen aan luide fluittonen en trillers. Het wordt vaak vergeleken met het ‘wiew-wiew’ van een autoalarm. Ze hebben ook kenmerkende roepjes: stuiterend met hoge piep-tonen.
Wat eet de boomklever?
Boomklevers inspecteren de schors van bomen nauwkeurig op zoek naar insecten. Ook zaden en noten zijn erg geliefd. Deze pikken ze met hun krachtige snavel kapot door ze vast te zetten tussen de bast van de boom of ze houden de zaden vast met hun poot.
Eropuit-tip
Blauspjochten verblijven graag in oudere loofbossen. Oudere bomen, en vooral inheemse eikensoorten, leveren de boomklever het meeste voedsel op. Ook zijn er voldoende broedholten in natuurlijke bossen, omdat deze vaak rijk zijn aan dode en afstervende bomen en spechten die er hun nesten in uithakken.
Wil je de Blauspjocht graag een keer bewonderen? Trek eropuit in één van onze geliefde natuurgebieden van de vogel:
– Park Jongemastate in Raerd
– Landgoed Martenastate bij Koarnjum op een steenworp afstand van Leeuwarden
– Het Rysterbosk in het dorpje Rijs
– Wilhelmina-oard bij St. Nicolaasga
– Grikelân en Turkije tussen de dorpen Aldtjerk, Oentsjerk en Mûnein
– Park Huize Olterterp nabij Beetsterzwaag
In de natuurgebieden organiseert it Fryske Gea ook regelmatig wandel-, fiets- of vaarexcursies. Tijdens deze excursies laat onze natuurgids je de mooiste plekjes zien en vertelt hij of zij je alles over de flora en fauna in de gebieden. Super leuk voor jong en oud! Ontdek het zelf en neem een kijkje op de activiteitenpagina.