21-05-2024 BALK – LTO Noord houdt zorgen over jakobskruiskruid, vanwege de giftige pyrrolizidine alkaloïden die de plant bevat. Vooral paarden en koeien zijn hier gevoelig voor. De meeste grazers eten in de wei geen jakobskruiskruid, maar gedroogd tussen het hooi kunnen ze de soort niet herkennen. Jakobskruiskruid wordt aangetroffen in wegbermen maar kan zich van daaruit ook naar weilanden verplaatsen. LTO Noord vindt dat gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat hun maaibeleid moeten aanpassen en moeten maaien voordat de plant zaden heeft gevormd.
Rijkswaterstaat verwijst in een eerste reactie naar een brief van toenmalig minister Schouten van LNV uit 2021. Zij achtte een landelijk beleid met het oog op bestrijding van jacobskruiskruid niet noodzakelijk, omdat er ‘waarschijnlijk een klein aantal dieren per jaar’ ziek wordt of overlijdt door het eten van de plant. Als de plant al bestreden zou moeten worden, is dat de verantwoordelijkheid van wegbermbeheerders zoals Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten.
Rijkswaterstaat stelt dat er al jaren geen bermmengsels worden toegepast, die jacobskruiskruid bevatten. Een wettelijke verplichting om jakobskruiskruid te bestrijden, is er niet. Om te voorkomen dat de plant in bloei komt en zaad vormt, kan Rijkswaterstaat er in sommige gevallen toe overgaan om eerder te maaien en het maaisel afvoeren, laat een woordvoerder weten. Het standaardbeleid van Rijkswaterstaat is sinds 2013, om bermen eens per jaar te maaien. Het vaker maaien van bermen valt te bespreken, meldt de woordvoerder, maar het betekent wel dat er extra geld voor beschikbaar moet zijn.