20-05-2023 BALK – Door klimaatverandering stijgt niet alleen de temperatuur van de lucht, maar ook de bodem wordt warmer. Wetenschappers hebben onderzocht hoe de bodemtemperatuur in Nederland de komende 30 jaar kan stijgen, en welke gevolgen dat heeft voor de natuur. Een afwisselender inrichting van het landschap kan verdere bodemopwarming verminderen.
In een eerdere studie werd vastgesteld dat de bodemtemperatuur in het agrarisch landelijk gebied de afgelopen 40 jaar gemiddeld al met 1.5 °C is toegenomen. Dat heeft een sterk verband met de stijgende luchttemperatuur, want warmte wordt voor een deel opgeslagen in de bodem. Nieuwe berekeningen wijzen uit dat de bodemtemperatuur de komende 30 jaar met nog eens 1.5°C kan toenemen. Die zal in 2050 dan gemiddeld circa 3°C hoger liggen ten opzichte van 1980.
Vegetatie heeft een grote invloed op de mate waarin de bodem opwarmt. Zo kan op een weinig begroeide bodem de gemiddelde bodemtemperatuur 30% sneller oplopen dan de luchttemperatuur. Daardoor droogt de bodem verder uit en ontstaat er zelfversterkend effect, met nog meer temperatuurstijging tot gevolg. Dat effect is al bekend in steden, waar hitte-eilanden ontstaan als gevolg van de vele kale oppervlaktes.
Natuurbeheer is doorslaggevend bij veranderingen in bodemtemperatuur, en voor de mate waarin luchttemperatuur effect heeft op de temperatuur van de bovenste bodemlagen. Bij korte en open vegetatie krijgen atmosferische condities meer vat op de bodemtemperatuur, wat de temperatuurextremen vergroot. Op graslanden gebeurt dat bijvoorbeeld door te plaggen, of zelfs gewoon door te maaien. Kappen en snoeien heeft hetzelfde effect in bossen en struwelen. Maar als vegetatie de kans krijgt om dichter te worden, gebeurt het tegenovergestelde.
Om verdere bodemtemperatuurstijging te verminderen, is het belangrijk dat de bodem beter bedekt blijft. Dat kan bereikt worden met een grotere afwisseling in het landschap, zoals heggen, hooilanden en bosjes. Een landschap met zowel zonnige als schaduwrijke plekken zal droogten en hoge bodemtemperaturen veel beter kunnen weerstaan dan grasland, en zeker dan kale akkers.
Het onderzoek heeft zich vooral gericht op de invloed op natuurontwikkeling. Maar ook in de landbouw zijn er belangrijke gevolgen van de stijging van bodemtemperatuur te verwachten, omdat dat een directe invloed heeft op de kieming en groei van gewassen. Er is meer onderzoek nodig naar de interactie tussen gewas, bodemtemperatuur en vochtcondities, om de gevolgen van klimaatverandering op agrarische productie beter te begrijpen en daarop te kunnen anticiperen.