28-02-2023 BALK – De uitstoot van luchtverontreinigende stoffen is de afgelopen decennia flink gedaald en de daling zet de komende jaren waarschijnlijk door. Daarmee zijn de Europese emissiedoelen voor de luchtverontreinigende stoffen in 2030 binnen bereik. Om het doel van het kabinet om 74% van het stikstofgevoelige Natura 2000-areaal in 2023 onder kritische depositiewaarde te krijgen zijn wél forse extra inspanningen nodig om de ammoniakemissie voldoende te reduceren, aldus het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Luchtvervuilende stoffen zijn schadelijk voor de menselijke gezondheid en de natuur. Tweejaarlijks brengt het PBL de verwachte emissies in kaart van stikstofoxiden, ammoniak, fijnstof, zwaveldioxide en niet-methaan vluchtige organische stoffen. Daartoe verplicht de Europese NEC-richtlijn, die een gestage daling van luchtvervuilende stoffen voorschrijft. De Europese doelen vergen geen ingrijpende veranderingen en zullen grotendeels worden gehaald.
Minder gebruik van fossiele brandstoffen door klimaatbeleid en lagere verkoopcijfers van dieselauto’s zorgen voor een forse ‘meewind’ in de reductie van stikstofoxiden. Alleen de Europese doelen voor ammoniak en stikstofoxiden worden met vastgesteld en voorgenomen beleid niet met zekerheid gehaald. Inclusief het becijferbaar geagendeerd beleid worden in de raming ook die doelen gehaald.
Het kabinet wil dat in 2030 de stikstofneerslag in 74% van het stikstofgevoelige Natura 2000-areaal onder de kritische depositiewaarde ligt. Om dit te bereiken heeft het kabinet indicatieve restemissies in 2030 benoemd voor mobiliteit, industrie en landbouw. Deze doelen zijn met vastgesteld en voorgenomen beleid in zicht voor mobiliteit en industrie, maar voor ammoniak blijft er een grote restopgave.
Inclusief kwantificeerbaar geagendeerd beleid komen de restmissies van ammoniak op 81 tot 96 kiloton, waarmee nog een opgave resteert van een reductie 18 tot 33 kiloton in 2030. Het kabinet wil dit gat overbruggen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Dit NPLG is voor het PBL nog niet concreet genoeg om door te rekenen in de emissieramingen. De provincies moeten op 1 juli hun gebiedsplannen presenteren.
Om precies te beoordelen of het stikstofdoel van het kabinet gehaald wordt gaat het uiteindelijk om waar ammoniak en stikstofoxiden neerdalen. Op basis van de PBL-ramingen van emissies van luchtverontreinigende stoffen berekent het RIVM later dit jaar de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden met het AERIUS-model. Het PBL maakt de emissieramingen in samenwerking met TNO, het RIVM en Wageningen University & Research.
Nationale emissiedoelen voor luchtkwaliteit zijn binnen bereik. De emissieramingen van het PBL tonen dat de subdoelen uit het Schone Lucht Akkoord van 2016 van continu dalende emissies door houtstook en industrie waarschijnlijk gehaald worden. Vooral de binnenvaart vraagt nog aandacht. Die heeft een specifiek doel van 35% emissiereductie voor stikstofoxiden, maar blijft steken op de helft daarvan.
De zeescheepvaart is een grote bron voor de emissies van stikstofoxiden waar de Nederlandse overheid beperkte invloed op heeft. Zeescheepvaart telt niet mee voor de Europese emissiedoelen, maar zorgt voor ruim een derde van de totale uitstoot van stikstofoxiden op Nederlands grondgebied. De mobiliteitssector als geheel zorgt voor ruim twee derde van deze emissie.
Dierlijke mest is de belangrijkste bron van ammoniak. Na een daling met 85% in de afgelopen twee decennia is de industrie de belangrijkste resterende bron van zwaveldioxide; vooral door de raffinaderijen en Tata Steel. Veel groter is de variëteit aan bronnen voor fijnstof en niet-methaan vluchtige organische stoffen. Na scherpe emissiereducties in de afgelopen decennia stoot de energiesector nauwelijks nog luchtvervuilende stoffen uit.