27-05-2024 BALK – Rijk en provincies komen maar niet tot de concrete actie die nodig is om de impasse in wonen, natuur en landbouw vlot te trekken. Bij het vaststellen van nieuwe woningbouwlocaties ontbreken plannen voor de bijbehorende infrastructuur, waardoor congestie dreigt. Er is onvoldoende ruimtelijke visie op water en energievoorziening, en de uitvoeringscapaciteit schiet enorm tekort. Ook zit het landbouw- en natuurdossier muurvast, en een visie op de ontwikkeling van een circulaire economie ontbreekt. Dat constateert het PBL na onderzoek – op verzoek van het ministerie van BZK – van de ruimtelijke voorstellen die de provincies hebben opgesteld.
Rijk en provincies, samen met gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven en samenleving, moeten nog een aanzienlijke inhoudelijke slag maken om tot daadwerkelijke ruimtelijke keuzes en samenhangende omgevingsvisies te komen. De studie ‘Provinciale voorstellen voor omgevingsbeleid in nationale samenhang – Reflectie van het PBL’ is vandaag gepubliceerd.
“Eigenlijk stonden de provincies voor een ondoenlijk vraagstuk”, geeft Rienk Kuiper aan, hoofdauteur van de PBL-reflectie op de provinciale voorstellen. “Het Rijk heeft de provincies om ruimtelijke keuzes gevraagd, terwijl het zelf aan het stuur wil blijven zitten bij de besteding van geld voor de uitvoering. Logisch dat de provincies nu weer een heleboel vragen bij het Rijk hebben teruggelegd.”
Het PBL constateerde dat financiering van noodzakelijke randvoorwaarden voor woningbouw, zoals energie, drinkwater, infrastructuur en de ontwikkeling van groen, tekortschiet, wat de uitvoering belemmert. Daarnaast is de capaciteit bij bouwbedrijven maar ook bij overheden beperkt: om voldoende woningbouw mogelijk te maken, is het nodig dat gemeenten voldoende ambtelijke capaciteit hebben. Ook moeten er voldoende bouwvakkers zijn of worden opgeleid. Tot slot bemoeilijkt de weerstand uit delen van de samenleving en de ruimtelijke en milieubeperkingen de uitvoering van het omgevingsbeleid nog verder.
Het PBL raadt Rijk en provincies aan om vanaf nu in samenspraak concrete integrale ruimtelijke keuzes te gaan maken, in plaats van elkaar vragen te blijven stellen. Kuiper: “Het is slim om eerst keuzes op hoofdpunten te maken, waar andere keuzes logisch uit kunnen volgen. Zo maak je vaart, en voorkom je dat opeen enkel dossier ineens wordt doorgepakt zonder voldoende oog te hebben voor andere dossiers.” Het PBL beveelt het Rijk aan om de mogelijkheden van een gebiedsgerichte inzet van sectorale middelen te vergroten en vereenvoudigen. Het is zaak vanuit gedeelde waarden en heldere verantwoordelijkheden te gaan handelen als één overheid.