19-04-2023 BALK – De plaatsingsruimte voor dierlijke mest in Nederland neemt dit jaar af als gevolg van de invoering van bemestingsvrije bufferstroken langs waterlopen en de nieuwe eisen die gelden voor bedrijven die een derogatievergunning hebben aangevraagd. Om hoeveel mestplaatsingsruimte het precies gaat, wordt nog onderzocht. Dit hangt bijvoorbeeld af van het exacte aantal bedrijven dat een derogatievergunning aanvraagt en de fosfaattoestand van de bodem.
Met de invoering van bemestingsvrije bufferstroken langs waterlopen is er in 2023 naar schatting van Wageningen University & Research circa 40.000 hectare minder grond beschikbaar voor bemesting. Uitgaande van een gemiddeld gebruik van 185 kilo stikstof en 60 kilo fosfaat uit dierlijke mest op deze grond, neemt de plaatsingsruimte daardoor met 7,4 miljoen kilo stikstof en 2,4 miljoen kilo fosfaat af.
Het effect van de bufferstroken op de plaatsingsruimte voor dierlijke mest in Nederland is zeker voor de langere termijn kleiner dan het afbouwen van de derogatie om meer mest uit te kunnen rijden dan de Europese norm van 170 kilo stikstof per hectare. In 2023 mogen bedrijven met een derogatievergunning al 10 kilo stikstof minder stikstof op grasland uitrijden in vergelijking tot 2022.Vanaf 2026 is er geen derogatievergunning meer mogelijk.
In 2023 is al er geen derogatie meer mogelijk voor grasland in Natura 2000- en grondwaterbeschermingsgebieden. Ook is het gebied dat is aangewezen als ‘Nutriënten verontreinigd gebied’ groter dan in 2022. Bedrijven met een derogatievergunning in het werkgebied van het hoogheemraadschap van Delfland, waterschap Brabantse Delta en het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier mogen in plaats van 250 kilo dit jaar nog maar 2020 kilo stikstof uit dierlijke mest uitrijden op grasland.