05-10-2022 BALK – De overheden in Fryslân gaan gezamenlijk invasieve exoten te lijf. Het gaat om snel groeiende uitheemse planten- en diersoorten die de bestaande natuur en biodiversiteit bedreigen. Gedeputeerde Staten hebben de Beleidsnotitie Invasieve Exoten Fryslân vastgesteld. Daarin staat hoe zij de invasieve exoten willen bestrijden.
Door menselijke activiteiten zijn de exoten vanuit andere werelddelen in ons land terechtgekomen. Daarnaast zorgt de klimaatverandering er voor dat soorten die van nature niet in Europa voorkomen zich steeds beter thuis voelen in Fryslân.
Voorbeelden
Voorbeelden van soorten die volgens de Europese Unie voor natuurdoelen snel verwijderd kunnen en moeten worden zijn de Aziatische hoornaar, de treurmaina (een spreeuwachtige) en de wasbeer. Ook de economie en onze volksgezondheid kunnen reden zijn voor ingrijpen. Denk aan de grote waternavel die watergangen blokkeert, de muskusrat die dijken vernielt en de reuzenberenklauw die brandwonden veroorzaakt.
Provincies staan niet alleen in de aanpak van invasieve exoten. Ook waterschappen (waterplanten, muskusrat, beverrat) en gemeenten (planten in wegbermen en openbaar groen) werken mee. Evenals beheerders van natuurgebieden, Rijkswaterstaat en ProRail.
Haalbaar en betaalbaar
De exoten worden op drie manieren aangepakt; door preventie, volledige bestrijding en door beperking van de verspreiding. De bestrijding moet haalbaar en betaalbaar zijn en is daarom maatwerk, zegt gedeputeerde Douwe Hoogland. ‘’Van de ene soort kunnen we nog af komen, de andere kunnen we alleen beheersbaar houden. Vaak is het zo dat hoe eerder we er bij zijn, hoe gemakkelijker en goedkoper de bestrijding gaat.’’ Daarom is het belangrijk dat overheden vroegtijdig op de hoogte zijn van nieuwe ongewenste populaties.
‘’Nog beter is het natuurlijk de introductie van exoten te voorkomen’’, stelt Hoogland. ‘’Wie een schildpadje, een tropische vis, of een aquariumplant in de vrije natuur achterlaat, beseft vaak niet wat de gevolgen zijn.’’ Met een voorlichtingscampagne wil GS daarop wijzen.