13-03-2024 BALK – In 2023 was de uitstoot van broeikasgassen 6 procent lager dan in 2022. Dit komt vooral doordat de elektriciteitssector 22 procent minder CO2 heeft uitgestoten. Er is minder elektriciteit geproduceerd op basis van steenkool en aardgas. Dit melden het CBS en RIVM/Emissieregistratie op basis van de voorlopige kwartaalcijfers over de uitstoot van broeikasgassen, conform de richtlijnen van de IPCC.
De uitstoot van broeikasgassen lag vorig jaar 34 procent onder het niveau van 1990. In de klimaatwet is de doelstelling vastgelegd dat de reductie in 2030 moet uitkomen op 55 procent.
Uitstoot broeikasgassen elektriciteitssector flink lager
De broeikasgasemissies in de elektriciteitssector waren vorig jaar 22 procent lager dan in 2022. Doordat er meer elektriciteit met wind- en zonne-energie is opgewekt, is er minder elektriciteit met kolen en aardgas geproduceerd. Door de forse emissiedaling daalde ook het aandeel van de elektriciteitssector in de totale broeikasgasemissie van 19 procent in van 2022 naar 16 procent in 2023.
In 2023 heeft de gebouwde omgeving 10 procent minder broeikasgassen uitgestoten dan een jaar eerder. Dat komt door een lager aardgasverbruik. De winters van 2023 en 2022 waren qua temperatuur vergelijkbaar, maar de aardgasprijs voor huishoudens was met name in het eerste half jaar van 2023 nog relatief hoog. Het aandeel van de gebouwde omgeving in de uitstoot van broeikasgassen was vorig jaar 12 procent.
Iets minder uitstoot broeikasgassen industrie
De uitstoot van broeikasgassen door de industrie was 3 procent lager dan in 2022. De industrie gebruikte 21 procent minder kolen en 4 procent minder aardgas, maar meer aardoliegrondstoffen en –producten. De industrie had, met 32 procent, het grootste aandeel in de totale emissies van broeikasgassen. Het overgrote deel hiervan betrof CO2.
Uitstoot broeikasgassen landbouw wat hoger
In 2023 was de uitstoot van broeikasgassen door de landbouw 2 procent hoger. Dit komt doordat tuinders meer gebruik hebben gemaakt van hun warmtekrachtinstallaties (wkk) op basis van aardgas. Het grootste deel van de emissies door de landbouw betreft echter methaan en lachgas uit vee en land. De uitstoot daarvan bleef vrijwel onveranderd.
De mobiliteitssector stootte ook 2 procent meer broeikassen uit, vooral omdat het verbruik van benzine steeg. De emissies van de mobiliteitssector maakten 20 procent van het totaal uit in 2023.
Klein deel van de emissies door landgebruik
Een klein deel van de broeikasgasuitstoot, ruim 3 procent, hangt samen met landgebruik. Het gaat bijvoorbeeld om de CO2-uitstoot door veenoxidatie in bodems en de uitstoot behorend bij landgebruiksveranderingen.
De uitstoot van de klimaatsector landgebruik wordt sinds begin 2023 meegenomen in de totale uitstoot van broeikasgassen, omdat het meetelt in het huidige Nederlandse doel om in 2030 de broeikasgasuitstoot met ten minste 55 procent te verminderen. Ook in de klimaatdoelen van de Europese Unie telt landgebruik mee.
Uitstoot CO2 Nederlandse economie lager
In 2023 is door alle Nederlandse economische activiteiten 5,5 procent minder CO2 uitgestoten dan in 2022. Het bruto binnenlands product (bbp) bleef echter nagenoeg gelijk in 2023. Gecorrigeerd voor het weerseffect was de CO2-uitstoot 4,7 procent lager.
De daling van de emissies door de Nederlandse economie komt vooral doordat elektriciteitsbedrijven minder steenkool, biomassa en aardgas hebben verbruikt. Daarnaast waren de emissies van de huishoudens en de overige dienstverlening lager door het kleinere aardgasverbruik. Wel verbruikten huishoudens meer benzine.
De CO2-uitstoot door het cluster delfstoffenwinning, industrie en bouwnijverheid was in 2023 ook lager dan in 2022. In de chemische en de basismetaalindustrie waren de emissies lager, terwijl de aardolie-industrie meer CO2 heeft uitgestoten.
De transportsector stootte echter meer CO2 uit in 2023. Dit komt vooral doordat de luchtvaart ruim 9 procent meer CO2 heeft uitgestoten dan in 2022. Ook de binnenvaart heeft meer uitgestoten dan in 2022. De emissies van het wegtransport en de zeevaart waren echter lager dan een jaar eerder.