18-02-2024 BALK – Bij strafbare feiten waarvoor jongeren in 2022 door het OM werden vervolgd, waren zij vaker als medeplegers of medeplichtigen in beeld dan bij alle vervolgde feiten. Vooral bij vervolgde bedrog- en brandstichtingsfeiten zijn naar verhouding vaak jongeren tot 23 jaar als medepleger of medeplichtige betrokken. Dit blijkt uit een nieuwe analyse van het CBS.
In 2022 had bijna 6 procent van de ruim 160 duizend door het OM vervolgde feiten in rechtbank-strafzaken betrekking op een medepleger of medeplichtige. In deze gevallen is een strafbaar feit door meerdere personen gepleegd. Bij jongeren tussen de 18 en 23 jaar (adolescenten) ligt dit aandeel op 7,8 procent (van ruim 26 duizend feiten), en bij minderjarigen op 10,7 procent (van bijna 10 duizend feiten). Ook in de voorafgaande jaren was dit aandeel hoger onder jongeren.
In 2022 is het aandeel medeplegers of medeplichtigen bij minderjarigen toegenomen, bij 18-plussers nam het af ten opzichte van een jaar eerder.
Bedrog en brandstichting vaakst samen met anderen gepleegd
In 2022 werden vooral vervolgde feiten van bedrog (ongeveer 1 procent van alle vervolgde feiten), zoals online als offline oplichting, vaak door meerdere personen gepleegd. Van alle bedrogfeiten waar een verdachte van wordt vervolgd, werd 45 procent samen gepleegd. Voor adolescenten is dit bij 66 procent van deze feiten het geval, onder minderjarigen bij 62 procent.
Ook brandstichting (ongeveer 0,5 procent van het totaal) is een vervolgd feit dat onder jongeren vaker samen met anderen wordt gepleegd: 74 procent onder minderjarigen en 49 procent onder adolescenten, tegen 38 procent onder alle verdachten.
Het meest vervolgde feit – diefstal, verduistering en inbraak (bijna 22 procent van alle vervolgde feiten) – wordt nauwelijks samen gepleegd met andere medeplichtigen, zowel onder jongeren als totaal.
Jongens en meisjes plegen strafbaar feit relatief even vaak samen
In 2022 is de verdachte bij bijna 90 procent van alle vervolgde feiten een man. Het aandeel medeplegers en medeplichtigen ligt bij vrouwelijke verdachten hoger: 7,2 procent, tegen 5,9 procent bij mannen. Dit hogere aandeel bij vrouwen geldt ook voor de adolescenten.
Bij minderjarigen is dit andersom, maar het verschil is de afgelopen jaren wel steeds kleiner geworden. Van alle in 2022 vervolgde feiten gepleegd door een meisje is 10,2 procent samen gepleegd, voor jongens onder de 18 lag dit op 10,7 procent. In 2018 was dat nog 6,3 procent (meisjes) en 7,8 procent (jongens).
Meer samen gepleegde strafbare feiten in stedelijke gebieden
Vooral in sterk stedelijke gebieden ligt het aandeel samen gepleegde vervolgde feiten hoog. Naarmate de stedelijkheid van de woongemeente van de verdachte lager wordt, daalt ook het aandeel medeplegen en medeplichtigheid bij strafbare feiten. Voor minderjarigen geldt dit echter niet; in niet stedelijke gebieden is dit met bijna 11 procent zelfs iets hoger dan gemiddeld.