‘Voor Nederland zou 90% reductie van CO2-uitstoot in 2040 gepast doel zijn’

20-03-2024 BALK – Om het doel uit het akkoord van Parijs te halen heeft Nederland klimaatdoelen voor 2030 en 2050 gesteld. De vraag dringt zich op welk doel voor 2040 passend is voor Nederland. De Europese Commissie heeft voorgesteld om te werken aan 90% minder broeikasgasuitstoot in 2040 dan in 1990. Voor Nederland zou een doel van 90% reductie of meer gepast zijn, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving. Tegelijk komt de haalbaarheid dan in het geding. 

Wanneer ieder land zijn huidige uitstoot met gelijke percentages zou moeten terugbrengen zou een Nederland 73% tot 98% moeten reduceren in 2040 voor een 1,5-graden-emissiepad. Dit principe pakt gunstig uit voor rijke landen en houdt de huidige emissie-ongelijkheid in de wereld in stand.

Een andere benadering is een recht-toe-recht-aan-verdeling van het nog beschikbare koolstofbudget. Dat betekent evenveel voor iedere wereldburger. Afhankelijk van de specifieke invulling zou Nederland daarmee 82% tot 98% emissiereductie moeten realiseren in 2040.

Op basis van verdelingsprincipes volgens de beginselen van internationaal milieurecht is in 2040 voor 1,5 graden een emissiereductiedoel van 90% of meer nodig. Als rekening wordt gehouden met hoe rijk een land is, of historische emissies, zou Nederland de uitstoot in 2040 mogelijk al tot ver onder nul teruggebracht moeten kunnen hebben. Dat zou betekenen dat Nederland al in 2040 netto CO2 uit de lucht moet vastleggen.

Met een combinatie van rijkdom en historische emissies resteert voor Nederland überhaupt geen koolstofbudget volgens 1,5-graden-emissiepaden. Een Nederlands reductiedoel volgens een rechtvaardige verdeling van het koolstofbudget voor 2 graden ligt voor de meeste rechtvaardigheidsprincipes in 2040 circa 20 procentpunt lager dan voor 1,5 graden. Bij een groter koolstofbudget is het makkelijker om aan meer rechtvaardigheidscriteria te voldoen.

Terwijl op basis van mondiale rechtvaardigheid een Nederlands doel van 90% emissiereductie of meer in 2040 op zijn plaats zou zijn, lijkt de nationale haalbaarheid bij een ambitieuzer doel in het gedrang te komen. Haalbaarheid hangt niet alleen af van geofysische, technische en economische grenzen, maar ook van maatschappelijke en institutionele. Hiervoor is een brede afweging nodig en er is nog weinig  onderzoek naar gedaan.

Een emissiereductie van 90% in 2040 grenst aan wat in Nederland geofysisch en technisch mogelijk is. Met brede leefstijlverandering, zoals minder vliegen en minder vlees eten, is meer mogelijk, maar bij beperkt maatschappelijk draagvlak minder. Voor een reductiesnelheid die te realiseren is zijn draagvlak en een rechtvaardige verdeling van de lasten en lusten van klimaatbeleid binnen Nederland onmisbaar.

Volgens veel rechtvaardigheidsprincipes zou Nederland meer emissiereductie moeten bewerkstelligen dan binnen de eigen grenzen haalbaar lijkt. Tegelijk is emissiereductie in lage inkomenslanden vaak goedkoper dan in rijke landen. Nederland kan naast het terugdringen van broeikasgasemissies binnen de eigen grenzen reducties in het buitenland financieren. Hoewel de specifieke regels hiervoor nog moeten worden vastgesteld, zou Nederland al kunnen beginnen met zulke investeringen.