Vraagtekens bij handel in emissierechten voor stikstof

01-09-2022 BALK – Veehouderijbedrijven die uitstootrechten voor stikstof over hebben binnen hun vergunning voor de Wet natuurbescherming, kunnen die rechten verkopen. Dat kan bijvoorbeeld via online marktplaatsen of bemiddelaars. Sinds 2019 zijn al honderden transacties gesloten. Sommige juristen twijfelen aan de juridische houdbaarheid van deze handel in emissierechten.

De stikstofruimte die wordt aangekocht, moet neerslaan op hetzelfde natuurgebied als de stikstof van het nieuw te realiseren project. Provincies moeten de ‘transactie’ goedkeuren. Bij elke transactie wordt 30% afgeroomd. Zo gaat bij elke gesloten overeenkomst de totale stikstofuitstoot omlaag en heeft de natuur er dus baat bij.

Onder juristen is discussie ontstaan of de handel in stikstofruimte wel is toegestaan. De stikstofrechten bestaan niet als zodanig in de wet. Uit recente rechtspraak zou niet per se blijken dat het ‘vermogensrechten’ zijn. Een natuurbeschermingsvergunning die stikstofuitstoot toestaat, zou volgens de advocaten gebonden zijn aan een specifiek project op een specifieke plaats.

Er bestaat ook vrees dat het vrij verhandelen van rechten er toe gaat leiden dat de emissierechten naar grote industriële bedrijven gaat. Om deze reden is ook de agrarische wereld verdeeld over stikstofhandel. Stemmen gaan op dat het misschien zou beter zijn als de overheid de stikstofruimte van stoppende boeren centraal reguleert. Dan kan de overheid kan dan zelf bepalen waaraan de beschikbare emissie ruimte wordt besteed.

Een ander kritiekpunt is dat bedrijven de stikstofruimte, die ze gratis hebben gekregen bij het aanvragen van een vergunning, nu plots kunnen verhandelen. Door de uitspraak van de Raad van State in 2019 is emissieruimte opeens een schaars goed geworden. Bedrijven die een royale vergunning aanvroegen, waarmee ze bijvoorbeeld veel latente ruimte verkregen kunnen daar nu van profiteren.

Het ministerie van LNV meldt dat er momenteel onderzoek wordt gedaan naar de mogelijke ‘neveneffecten’ van de handel in stikstofruimte. De Tweede Kamer wordt daaar later dit jaar over geïnformeerd.

Geef een reactie