Wetterskip peilt waterdieptes in hoofdwateren

    15-02-2023 BALK – De exotenbestrijders controleren of het nodig is om de hoofdwateren te baggeren in 2024. Ze maken te voet of met een quad een ronde langs de belangrijkste sloten in drie zogenaamde baggerclusters. Het gaat om de gebieden Burgum–Opeinde-Oudega-Garyp, Franeker-Dronryp-Wommels-Bolsward en Harlingen-Franeker-Tzummarum-Witmarsum. Hier worden ongeveer 500 kilometer aan hoofdwateren gecheckt.

    Data in digitaal systeem
    Op vaste meetpunten bepalen de exotenbestrijders de waterstand, waarna ze met een meetstok systematisch peilen hoe diep de sliblaag onder de waterspiegel zit. De uitkomsten komen in een digitaal systeem waarmee wordt bepaald waar het nodig is volgend jaar te baggeren. Daarover hebben onze rayonbeheerders uiteindelijk het laatste woord. Per cluster worden jaarlijks doorgaans 50 tot 100 kilometer aan hoofdwateren schoongemaakt. De eigenaren van de aanliggende grond krijgen hiervan tijdig bericht.

    Slibmonsters en nacontrole
    Voordat het baggeren volgend jaar begint, nemen onze laboratoriummedewerkers slibmonsters. Hiermee bepalen ze of het slib schoon genoeg is om te verwerken op het land. Als dat niet zo is, wordt het afgevoerd.

    Na het baggeren volgt een laatste controleronde door een onafhankelijke partij. Op dit moment worden de hoofdwateren die in 2022 zijn uitgediept nagemeten. Zij zijn tot april op pad in drie clusters: Oosterwolde-Oudeschoot-De Blesse-Appelscha, Woudsend-Lemmer-Rijs en De Westereen-Leeuwarden-Burgum-Kootstertille.

    5.800 km aan hoofdwateren
    Het werkgebied en die van de provincie Fryslân en het Groningse Westerkwartier – is verdeeld in 27 clusters, met in totaal 5.800 kilometer aan hoofdwateren. Die worden in een cyclus van 9 jaar op deze wijze geïnspecteerd. We zijn verantwoordelijk voor het goed functioneren van dit watersysteem. Het baggeren zorgt ervoor dat het water in een gebied goed doorstroomt wanneer poldergemalen draaien.

    Geef een reactie