Wiersma komt eind 2024 met verdere uitwerking van landelijke gebiedsaanpak

03-10-2024 BALK – Eind 2024 ontvangt de Tweede Kamer als verdere uitwerking van het regeerprogramma van het nieuwe kabinet een agenda voor de implementatie van doelsturing op ammoniakemissies, als de belangrijkste uitgangspunten voor de beëindigingsregeling en de eerste richting van de uitvoeringsgerichte en gebiedsspecifieke aanpak. Dat schrijft minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aan de Tweede Kamer.

Wiersma heeft de ‘Monitor stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden 2024’ naar de Tweede Kamer gezonden. In dit rapport beschrijft het RIVM de ontwikkeling van stikstofemissies en -deposities op de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden. De monitoring hangt samen met de kritische depositiewaarde die nu nog als stikstofdoel in de Omgevingswet staat.

Het nieuwe kabinet is voornemens om bij de sturing op omgevingswaarden in het kader van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering over te gaan van depositiesturing naar sturing op emissie van stikstofoxiden en ammoniak. Wiersma wil de kritische depositiewaarden in dit kader te vervangen door een juridisch houdbaar alternatief, waarbij de gemeten staat van de natuur centraal staat. Wanneer dit het geval is zal de monitoring daarop worden aangepast. Tot die tijd zal het kabinet de huidige stikstofdoelstellingen monitoren.

Het RIVM heeft in het nieuwe rapport ramingen niet geactualiseerd, en houdt vast aan de verwachting dat de emissies van ammoniak en stikstofoxiden dalen waardoor de gemiddelde overschrijding van de kritische depositiewaarden afneemt van 510 mol per hectare per jaar in 2021 naar 385 mol per hectare per jaar in 2030. Het percentage van het areaal dat onder de kritische depositiewaarde ligt, neemt naar verwachting toe van 29% in 2025 naar 30% in 2030 en 2035.

In het rapport heeft het RIVM ook het effect van de landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties Lbv en Lbv-plus en het het vervallen van de derogatie-uitzonderingspositie zichtbaar gemaakt. Deze maatregelen zorgen ervoor dat de gemiddelde mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde in 2030 op ongeveer 340 mol per hectare per jaar uitkomt, dit is een daling van circa 4%.

Het stikstofdoel van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering van 2025 is in de tijd niet haalbaar is, stelt Wiersma. Daarvoor zouden te ingrijpende maatregelen genomen moeten worden, die ook nog eens een forse uitvoeringslast met zich mee zouden brengen. Dit heeft het vorige kabinet ook al geconstateerd en aan de Tweede Kamer gemeld, benadrukt de minister.

In het hoofdlijnenakkoord hebben de coalitiepartijen afgesproken dat stikstofreductie zal plaatsvinden daar waar dat aantoonbaar nodig is voor de instandhouding van de natuur en dat andere drukfactoren ook worden aangepakt. Het kabinet wil inzetten op doelsturing met realistische emissiedoelen. Ondernemers zullen bij hun inspanningen worden ondersteund met innovatiemiddelen en er zullen meer middelen voor agrarisch natuurbeheer langjarig beschikbaar zijn.

Het kabinet is van plan die middelen daar in te zetten waar ze het meeste effect zullen hebben. Ondernemers die willen stoppen, krijgen de mogelijkheid dat te doen. Omdat duidelijk is dat een teveel aan stikstof, evenals andere factoren, van invloed kan zijn op de kwaliteit van stikstofgevoelige natuur, wordt de uitvoering van de eerder getroffen maatregelen wel voortgezet. Dat geldt ook voor de provincies die de komende jaren 2 miljard euro beschikbaar hebben om gebiedsgericht maatregelen te nemen, die naast natuurdoelen, ook bijdragen aan water- en klimaatdoelen.