01-06-2023 BALK – Van de Nederlandse bijenvolken heeft 25,6% de afgelopen winterperiode niet overleefd. Daarmee beleeft de landelijke bijensector de grootste wintersterfte sinds 2010, toen de bijensterfte op 29,1% lag. Dat is gebleken in de jaarlijkse wintersterftemonitoring onder Nederlandse bijenhouders. Nederland telt ruim 11000 actieve bijenhouders. Onder 2779 geënquêteerde bijenhouders melden 1075 geen wintersterfte, en 280 bijenhouders melden al hun volken verloren te hebben gedurende de winter.
Uit experimenteel onderzoek blijkt dat de varroamijt en daarmee geassocieerde bijenvirussen één van de belangrijkste factoren is die samenhangt met de wintersterfte onder bijenvolken. Daarbij zijn wisselwerkingen met de ontwikkeling van bijenvolken gedurende het jaar van belang. Dit hangt onder meer af van het voedselaanbod in de omgeving, in combinatie met seizoensgebonden weersomstandigheden. Als de bijen verzwakt de winter in gaan, bijvoorbeeld door een droge zomer en verminderd voedselaanbod of ziekte, dan vergroot dit de kans op sterfte van het volk. Daarnaast kunnen onbekende of incidentele factoren een rol meespelen in wintersterfte die nader onderzoek verdienen.
Als de huidige enquêtegegevens verder geanalyseerd zijn, worden de resultaten hiervan later dit jaar bekend gemaakt. De bijenhouders zijn ook gevraagd naar informatie over onder meer het voedselaanbod en hun bedrijfsvoering, zoals bestrijding van ziektes en plagen. Deze data kunnen de basis vormen voor onderzoek dat antwoorden kan bieden over hoe sterfte onder bijenvolken kan worden tegengegaan. Daarnaast zullen de resultaten uit Nederland worden vergeleken met de resultaten van andere landen.
In totaal deed dit jaar 2779 Nederlandse bijenhouders mee aan de jaarlijkse enquête. Deze enquête wordt in meer dan 40 landen uitgevoerd.